Innovatie begint vaak met een goed idee. Maar een goed idee alleen is niet genoeg… het succes van innovatie hangt ervan af of je het idee werkend krijgt. En dat lukt alleen als je de aannames achter dat idee onder de loep neemt. Door stil te staan bij aannames, afwegingen te maken hierover, deze expliciet te maken en ze te testen in de markt, ontdek je wat écht werkt en wat niet.
Door aannames te testen, kun je risico’s verkleinen en gericht werken aan iets wat écht impact maakt. Of dat nu voor je klanten, je interne processen of strategische doelen is.
Voor organisaties is dit belangrijk, je hebt vaak beperkte tijd en middelen om een idee uit te werken, en je wilt geen waardevolle resources verspillen.

Wat is een aanname?
Een aanname is eigenlijk niets meer dan een veronderstelling of hypothese, je denkt dat iets waar is of een goed idee is, zonder dat je daar harde bewijzen voor hebt. Maar juist dat maakt aannames zo interessant. Ze bevatten vaak een (mogelijke) oplossing voor een (mogelijk) probleem bij een (ja, je raadt het al) mogelijke doelgroep. Kortom: aannames zijn het perfecte startpunt als je een idee tot leven wilt brengen.
Aannames worden pas écht nuttig als je deze test: Kloppen de aannames? Fantastisch, dan ruik je succes! Kloppen slechts een paar aannames? Dan heb je iets te pakken en een leuke stap voorwaarts gezet. Blijkt dat je op het verkeerde spoor zit? Ook heel goed! Want elke ‘mislukking’ brengt je dichter bij wat wél werkt.
Waarom zijn aannames zo belangrijk?
We horen je al denken: ‘pfffff jeetje waarom zo moeilijk doen, als we gewoon aan de slag kunnen’. Maar let op ‘denken te weten’ is een gevaarlijke toestand…
- ‘Wij weten wat onze klanten nodig hebben’
- ‘Het meest populaire idee heeft de grootste kans van slagen’
- ‘Het product slaagt alleen als we iets super sexy en innovatiefs maken’
- ‘Als onze concurrent het doet, moeten wij het ook doen’
Dit zijn typische aannames waar wij het benauwd van krijgen. Waarom? Omdat ze ongefundeerd zijn. Zonder validatie kan een nieuw product, dienst of idee zomaar keihard de plank mis slaan, en dat is niet alleen zonde van je tijd en middelen, maar het kan ook je reputatie schaden.
Laat staan dat je deze fase van aannames formuleren juist super waardevol kan zijn om stil te staan bij waarom en in welke vorm jij denkt dat een idee het beste gaat werken. Want zeg nu zelf er zijn altijd meerdere wegen naar Rome en we willen toch het liefst op zoek naar de meest succesvolle weg?
Aannames zijn dus belangrijk, omdat ze vaak de onzichtbare basis vormen van je beslissingen. Door ze expliciet te maken en te testen, voorkom je dat je op drijfzand bouwt en ontdek je wat écht werkt. Het dwingt je kritisch te kijken naar wat je weet en wat je alleen denkt te weten. Dit resulteert in betere keuzes, efficiënter gebruik van middelen en vergroot de kans op succes.

Hoe formuleer je goede aannames?
Goede aannames zijn de sleutel tot een geslaagd experiment. Ze geven je richting en focus, zodat je precies weet wat je test en waarom. Hier zijn drie manieren om je aannames scherp te formuleren:
Oorzaak-gevolg: een als… dan… constructie
Bijvoorbeeld: ‘’Als we klanten een korting geven, dan kopen ze sneller.’’
Samenhang of effect: het een heeft een positief effect op het andere
Bijvoorbeeld: ‘’Een gebruiksvriendelijke interface verhoogt de klanttevredenheid.’’
Verschillen: vergelijken van de ene groep met de andere groep
Bijvoorbeeld: ‘’Jonge ouders gebruiken de app vaker dan alleenstaanden.’’

En let op: snel twee aannames formuleren en dan hup aan de slag, leidt vaak tot te overhaast zomaar iets doen. Tipje van de sluier: probeer eerst zo veel mogelijk relevante aannames te formuleren, die vertellen hoe en dus ook waarom je denkt dat dit idee het beste gaat werken.
Hoe test je aannames?
Oké, je hebt een lijst met zorgvuldig geformuleerde aannames. Wat doe je daar vervolgens mee? En hoe houd je het overzichtelijk? Prioriteren is de eerste stap. Welke aanname is of welke aannames zijn het belangrijkste om te testen? Begin daar. Vervolgens start je met experimenteren.
Experimenteren draait om ontdekken welke richting je moet inslaan om je idee verder te brengen. Het doel van experimenteren is niet om een absolute waarheid te vinden, maar om te leren en ontdekken.
Laten we naar een voorbeeld van onze klanten uit de zorg kijken. Om het probleem van de zorgkloof aan te pakken komen hier steeds vaker ideeën voorbij, die inspelen op de wens om meer technologie te gebruiken.
Het idee: ‘Wij willen een app ontwikkelen die het voor cliënten makkelijker maakt om hun medische gegevens in te zien en afspraken in te plannen.’
Onze eerste en misschien wel belangrijkste vraag is dan… ‘maar waarom dan?’ En het liefst stellen we deze vraag 5x achter elkaar…
Na enig denkwerk en dialoog komt de conclusie: ‘Omdat we de cliënttevredenheid willen verhogen en we de administratieve druk op ons personeel willen verlagen.’
De hoofdaanname die bij dit idee wordt gemaakt: ‘Door een app voor onze zorginstelling te ontwikkelen, verhogen we zowel de cliënttevredenheid als de efficiëntie in de administratie.’
Als we dieper graven, komen de volgende onderliggende aannames naar boven:
- ‘Wij denken dat een app laagdrempeliger is voor onze cliënten, dan een webpagina waar ze moeten inloggen om gegevens in te zien en afspraken in te plannen’
- ‘Het makkelijk kunnen inzien van je eigen dossier via een app op je telefoon vinden cliënten waardevol’
- Het plannen van afspraken via een app op je telefoon vinden cliënten waardevoller en makkelijker dan te bellen naar de poli of online een afspraak in te plannen’
- ‘Met name voor cliënten die in een langdurig intensief traject zitten is dit waardevoller, dan voor cliënten die slechts een enkele keer komen of een kort traject lopen’
- ‘Als er een app is, zijn cliënten bereid medische gegevens digitaal te beheren en in te zien.’
- ‘Een gebruiksvriendelijke app voor snelle communicatie verhoogt de cliënttevredenheid.’
- ‘Het digitaliseren van afspraken en communicatie vermindert de administratieve lasten voor zorgverleners.’
- ‘Onze cliënten hebben toegang tot internet via smartphones of tablets.’
- ‘Cliënten zijn tech-savvy genoeg om een app te gebruiken.’
- …
En zo zijn er nog tig meer aannames te formuleren, die het idee verder kleuring geven. Al die aannames kun je gaan testen. Sommigen kun je al toetsen door cliënten een vraag te stellen.
Maar het is nog waardevoller om deze aannames direct in de praktijk op een laagdrempelige manier te experimenteren, om te kijken hoe een kleine groep cliënten hierop reageert bijvoorbeeld.
Elke gevalideerde aanname vergroot de kans op succes van het idee en voorkomt dat er tijd en middelen verloren gaan aan iets wat niet aansluit bij de daadwerkelijke behoeften van cliënten en zorgverleners.
Dus, de volgende keer dat je een nieuw idee hebt, stel jezelf dan de vraag: ‘Welke aannames liggen hieraan ten grondslag?’ Formuleer ze helder, test ze grondig en gebruik ze als kompas om je de juiste richting op te sturen.
Hulp nodig bij het werkend maken van ideeën? Neem contact met ons op! Wij helpen je de aannames achter je ideeën te ontdekken, te testen en om te zetten in concrete resultaten.